Close

Introductie obligaties

Een obligatie is een verhandelbaar schuldbewijs die wordt uitgegeven door de overheid (staatsobligaties), onderneming of instelling en maakt deel uit van een obligatielening.

Introductie Obligaties

Een obligatie is een verhandelbaar schuldbewijs die wordt uitgegeven door de overheid (staatsobligaties), onderneming of instelling en maakt deel uit van een obligatielening. De houder van een obligatie heeft een vordering op de uitgevende instantie en ontvangt jaarlijks een rentevergoeding (ofwel de couponrente) over het nominale bedrag dat is uitgeleend. Kortom, je leent het bedrijf geld, en gedurende die periode krijg je een vooraf afgesproken rentebedrag over het geleende geld.

De (gehele) obligatie bestaat uit los verhandelbare stukjes (vaak van €500), coupures genoemd. De coupures vertegenwoordigen een bepaalde nominale waarde. De nominale waarde is dan ook het bedrag dat de obligatiehouder bij de aflossing van de coupure terugkrijgt.

Belangrijke kenmerken van een obligatie zijn:
  • Het is een schuldbewijs met een bepaalde looptijd (tussen 3 mnd en 30 jr)
  • De koers wordt uitgedrukt in procenten van de nominale waarde
  • Rente staat vast, is periodiek en van tevoren bekend
  • terugbetaling vind plaats op vastgestelde datum
  • Obligatie heeft bij een faillissement voorrang op terugbetaling ten opzichte van de aandeelhouders

Soorten

Tegenwoordig worden de meeste obligatieleningen in één keer afgelost, dat wil zeggen aan het einde van de looptijd. De naam die deze obligatieleningen dragen is bulletleningen. Maar, er zijn ook leningen die tussentijds afgelost worden: terugbetaling geschiedt dan jaarlijks in gelijke termijnen. Door middel van loting wordt dan bepaald wie in het betreffende jaar zijn lening terugkrijgt. Er komen echter ook obligatieleningen voor die nooit terugbetaald worden. De naam voor deze leningen is eeuwigdurende of perpetuele lening.

Nog een aantal bekende obligatievormen zijn:
  • Pandbrief obligatie uitgegeven door hypotheekbanken
  • Achtergestelde lening Bij faillisement later recht op teruggaaf lening
  • Spaarbrief Obligatie die aan het eind van de looptijd alles in één keer afbetaald
  • Staatsobligaties Leningen op de openbare kapitaalmarkt, uitgegeven door de staat

De koers

De koers die op de beurs tot stand komt is uitgedrukt in een percentage van de nominale waarde en is onder andere afhankelijk van:

  • De huidige rentestand (verschil tussen marktrente en couponrente);
  • De solvabiliteit van de uitgevende instelling;
  • De resterende looptijd;
  • De verhandelbaarheid van de lening;
  • Overige leningsvoorwaarden

De factor met de meeste invloed of de koers van de obligatie is de marktrente. De couponrente staat vast maar de marktrente natuurlijk niet. Als de martkrente stijgt zal de koers van de obligatie dalen en andersom.

Verschil tussen markt- en couponrente

De couponrente staat dus vast. Op het moment dat de marktrente hoger noteert dan de couponrente, dan had de belegger dus een hogere vergoeding kunnen ontvangen indien belegt zou worden tegen de heersende marktrente. Niemand zal bereidt zijn de obligatie tegen nominale waarde te kopen. Immers, nieuw uitgegeven obligaties (wat regelmatig gebeurd) kennen een couponrente dat gelijk zal zijn aan de nieuw heersende marktrente. Ter compensatie zal een belegger de “oude” obligatie willen kopen voor een lagere prijs (dus onder de nominale waarde oftewel onder pari).

Rendement op een obligatie

Het rendement op een (normale) Nederlandse obligatie bestaat uit twee componenten:

  • Couponrendement (ontvangen rentebetalingen)
  • Aflossingswinst of -verlies (voor- of nadeel ten opzichte van aankoopprijs)

Bij obligaties in vreemde valuta kan er nog een extra component in het rendement zitten:

  • valutawinst of -verlies

Om verwarring te voorkomen wordt het totaal rendement effectief rendement genoemd. Het is gelijk aan de optelsom van het couponrendement en de aflossingswinst of het -verlies.
De berekening van het effectief rendement is een ingewikkelde zaak, die verderop besproken zal worden. Bovendien publiceren de meeste dagbladen dit cijfer ook bij de koers van de obligatie. Fiscaal gezien worden de beide elementen van het effectief rendement verschillend behandeld. Zo is het behaalde couponrendement wel fiscaal belast en het aflossingsrendement niet.

Het risico van obligaties

Een veel gemaakte (beginners)fout is dat het beleggen in obligaties geen risico met zich mee brengt, echter niets is minder waar. De obligatiehouder loopt hetzelfde risico als andere schuldeisers (aandeelhouders etc.) het kan dus gebeuren dat de instelling zijn betalingsverplichtingen niet meer kan nakomen waardoor de uitgever van de renteafdracht niet meer kan betalen.

Behalve het bovengenoemde ‘debiteurenrisico’ heeft het beleggen in obligaties nog een aantal risico’s:

  1. Inflatierisico: door geldontwaarding.
  2. Valutarisico: in geval van buitenlandse obligaties.
  3. Renterisico: indien de rente op de kapitaalmarkt stijgt zal de waarde van de obligatie dalen.
  4. Junkbonds: de populaire term voor High Yield Bonds (HYB’s). Een hoog rendement tegen over een hoog debiteurenrisico.