Beleggers woordenschat: moeilijke termen begrijpelijk uitgelegd
Beleggers woordenschat bevat zeer vele specifieke termen. We hebben ons best gedaan om al deze termen zo eenvoudig mogelijk uit te leggen, al was dit niet altijd even gemakkelijk. Best kan je deze pagina eens overlopen, zodat je alle een beetje meer inzicht krijgt in alle beurstermen.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
Aandeel
Een aandeel vertegenwoordigt een stukje in het kapitaal van een bedrijf. Het heeft bijna nooit een nominale waarde, maar er wordt aangegeven op welk deel van het kapitaal de eigenaar recht heeft. Aan een aandeel is stemrecht verbonden, waardoor de aandeelhouder op de Algemene Vergadering van een onderneming (een beetje) zeggenschap heeft. Aandeelhouders hebben normaal gezien ook recht op een deel van de winst, dit wordt dividend genoemd.
Achtergestelde obligatie
Een obligatie (lening) die pas wordt terugbetaald nadat het bedrijf alle andere schuldenaars heeft vergoed. Een achtergestelde obligatie kan risico’s inhouden, wanneer het uitgevende bedrijf in financiële moeilijkheden komt.
Actief
Dit is een boekhoudkundige term, en er wordt alle bezittingen van een bedrijf mee bedoeld.
Afloopdatum
Opties (afgeleiden van aandelen) hebben een beperkte termijn. Hierna vervalt het recht en wordt de optie waardeloos. De vervaldatum noemt men afloopdatum.
Afschrijving
Het jaarlijkse gedeelte waarmee een actief-bestanddeel in waarde wordt verminderd. Wanneer men bijvoorbeeld een gebouw koopt, zal men de volgende 30 jaar ieder jaar 1/30ste afboeken, om zo de werkelijke waarde van het gebouw in de boekhouding op te nemen. Er bestaan 2 verschillende vormen van afschrijven: progressief en degressief. Progressief wil zeggen dat er ieder jaar een zelfde percentage wordt afgeboekt. Bij degressief afschrijven zal men de eerste jaren meer afschrijven, en nadien zal het percentage verminderen.Door met de afschrijvingen te spelen, kan een bedrijf zijn winst verhogen of verminderen.
Agio
Het agio of meerwaarde is het bedrag dat betaald wordt boven de nominale waarde of uitgiftekoers van een effect.
Amortiseren
Het terugbetalen van een lening
Arbitrage
Het kopen en verkopen van effecten of munten in een zeer korte tijdspanne met de bedoeling een mooie winst te maken. Vaak wordt er gehandeld op verschillende beurzen.
Bear
Een belegger die speculeert op een daling van de beurs. Wordt ook à la baisse genoemd. Een dalende beurs wordt ook wel “bearish market” genoemd.
Beleggen
Geld ter beschikking stellen van een onderneming of de staat, waarvoor men een vergoeding krijgt.
Beleggingsfonds
Een instelling die belegt in aandelen, grondstoffen, valuta, onroerend goed, enz… en waar participanten een deelneming in kunnen verwerven.
Beurs
De officiële markt waar aandelen, obligaties, valuta, grondstoffen en derivaten (afgeleiden van aandelen) verhandeld worden.
Biedkoers
De koers die tot stand komt wanneer er geen evenwicht gevormd wordt, omdat de omvang van vraag dit onmogelijk maakt. Ter informatie voor de beleggers wordt deze koers gepubliceerd.
Boekwaarde
Met boekwaarde wordt het totaal van het eigen vermogen van een bedrijf bedoeld. Deze boekwaarde kan men terugvinden in de balans van het bedrijf.
Brutowinstmarge
Dit percentage geeft de verhouding van winst ten opzichte van omzet aan. Het wordt berekend door het resultaat van de onderneming (de winst) te delen door de omzet, en dit te vermenigvuldigen met 100.
Bond
De Engelse term voor obligatie.
Brutowinst
De winst voor belastingen en afschrijvingen.
Buitengewoon dividend
Een deel van de winst dat een bedrijf uitkeert, nà uitbetaling van het gewone dividend. (het gewone dividend wordt ook wel primair dividend genoemd)
Bull
Een belegger die speculeert op een stijging van de beurs. Wordt ook à la hausse genoemd. Een stijgende beurs wordt ook wel “bullish market” genoemd.
Calloptie
Het recht om een bepaalde hoeveelheid waarden (aandelen, obligaties, valuta, grondstoffen, enz…) te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Een optie is maar een bepaalde termijn geldig. De tegenpartij is verplicht de onderliggende waarden te leveren indien de koper zijn optie uitoefent. De eigenaar heeft het recht om de optie uit te oefenen, geen verplichting.
Cash flow
De winst na belasting, verhoogd met de afschrijvingen en verminderd met de investeringen. Dit cijfer geeft een beter beeld van de totale geldstroom van een bedrijf.
Chartreading
Grafische analyse, waarbij de analist op basis van een grafiek de koersevolutie probeert te voorspellen. Dit doet hij door een steeds weerkerend patroon te ontdekken. Er wordt geen rekening gehouden met de economische of sociale factoren van een onderneming.
Claim
Wanneer een bedrijf een kapitaalsverhoging doorvoert, wordt die meestal voorbehouden voor bestaande aandeelhouders. De uitgifteprijs ligt meestal lager dan de beurskoers. Het voorkeursrecht dat bestaande aandeelhouders hebben, wordt uitgedrukt door een inschrijfrecht of claim. Deze claim wordt vertegenwoordigt door een coupon. Deze claims zijn verhandelbaal: wanneer een aandeelhouder geen gebruik wil maken van zijn claim, kan deze verkocht worden op de beurs.
Claimemissie
Een uitgifte van nieuwe aandelen, met voorkeursrecht voor de bestaande aandeelhouders. Bij een vrije emissie kan iedereen inschrijven en ligt de uitgifteprijs meestal in de buurt van de beurskoers. Bij een claimemissie ligt de emissiekoers meestal beduidend onder de beurskoers.
Claimverhouding
Deze verhouding geeft aan hoeveel claims men moet inleveren om recht te hebben op een nieuw aandeel.
Conjunctuur
De conjunctuur geeft de bewegingen van de algemene economische activiteit weer. Conjunctuurschommelingen hebben een grote invloed op de resultaten van bedrijven.
Consortium
Wanneer een bedrijf aandelen naar de beurs brengt, vormen verschillende banken een consortium om de beursgang goed te begeleiden. Deze banken ondertekenen de prospectus. Wanneer de emissie mislukt, worden de resterende aandelen onder de banken verdeeld. Een consortium heeft een tijdelijk karakter, na de emissie wordt het ontbonden.
Contant dividend
Het dividend dat in geld wordt uitbetaald.
Controleparticipatie
Zeer grote pakketten aandelen die in handen zijn van families, holdings of bedrijven. Deze participaties vertegenwoordigen een groot percentage van het totaal aantal aandelen. Enkel in uitzonderlijke omstandigheden worden deze aandelen op de markt aangeboden.
Conversie
Omzetting van, bijvoorbeeld, een converteerbare obligatie in aandelen.
Conversiekoers
De koers waartegen men obligaties kan converteren.
Conversieperiode
De periode waarin men een converteerbare obligatie kan omzetten in aandelen. Deze periode kan gelijk zijn aan de looptijd van de obligatie, maar dit is niet noodzakelijk.
Converteerbare obligatie
Een obligatie die omzetbaar is in aandelen van het bedrijf of, zeer uitzonderlijk, in aandelen van een andere onderneming. De voorwaarden voor omwisseling worden bepaald bij de uitgifte van de obligatie. Net als een gewone obligatie heeft de houder recht op een jaarlijkse rente. Wanneer de belegger beslist om de obligatie niet om te zetten in aandelen, zal het bedrijf de geleende som gewoon verder afbetalen.
Converteerbare preferente aandelen
Preferente aandelen die men kan omzetten naar gewone aandelen. De omzetting gebeurt onder bepaalde voorwaarden.
Converteren
Het omzetten van converteerbare obligaties in aandelen.
Couponbelasting
In Nederland spreekt men van bronbelasting, in België wordt het roerende voorheffing genoemd. Deze belasting wordt geheven op de uitgekeerde dividenden en wordt bij de onderneming ingehouden. In België bedraagt deze momenteel 25% op dividenden en 15% op obligaties.
Courtage
Het ereloon van de wisselagent/beursvennootschap.
Current ratio
Een ratio die aanduidt of een onderneming over voldoende liquide middelen beschikt. Wordt berekend door de vlottende activa te delen door de vlottende passiva. Deze ratio moet tenminste 1 bedragen.
Dagorder
Een order op de beurs dat een geldigheid van 1 beursdag heeft. Wanneer de limiet van de koper niet gehaald wordt, is het order niet uitgevoerd en vervalt het.
Deelbewijs
Bewijs dat men ontvangt wanneer men zich inschrijft in een beleggingsfonds.
Deflatie
De prijzen en productie dalen, de werkloosheid neemt toe en de hoeveelheid geld neemt af. Ter voorkoming van een deflatie kan de staat meer geld in omloop brengen, waardoor de waarde van het geld afneemt.
Dekking
Iedereen die een optie schrijft, moet beschikken over voldoende dekking. Dit is de waarde die hij moet deponeren, zodat hij kan betalen wanneer de koper zijn recht opeist.
Depressie
Een zware recessie die een lange tijd aansleept. De werkloosheid ligt zeer hoog, ondernemingen sluiten de deuren en er wordt amper geïnvesteerd. De koopkracht neemt gevoelig af.
Devaluatie
Neerwaartse aanpassing van de nationale munt tegenover buitenlandse munten. Wanneer het tekort op de handelsbalans te groot wordt, kan men overgaan tot een devaluatie van de munt, waardoor de export wordt aangemoedigd en de import afgeremd wordt.
Disagio
Wanneer obligaties worden verhandeld onder de nominale waarde, spreekt men van disagio. Obligaties worden zelden verhandeld tegen de nominale waarde.
Disconto
Het voordeligste tarief waartegen de nationale bank bereidt is om papier op te nemen. Een verhoging of verlaging heeft meer een psychologische betekenis.
Diversificatie
Spreiding van de verschillende effecten in portefeuille. De meeste mensen geloven dat een grote diversificatie het risico doet afnemen. Grote beleggers als Warren Buffett zijn het hier niet mee eens, en verkiezen om een klein aantal aandelen in portefeuille te houden, maar wel zeer grote bedragen te investeren. De methode van Warren Buffett kan je eenvoudig zelf toepassen. Onlangs is er een cursus verschenen, die we enkel maar kunnen aanraden.
Dividend
De uitkering van de winst aan de aandeelouders. Het dividend verschilt van jaar tot jaar, omdat een onderneming meer of minder winst maakt. Wanneer er geen winst gemaakt wordt, kan de onderneming beslissen om geen dividend uit te keren. Het dividend wordt meestal in 1 keer uitbetaald, al zijn er ook wel bedrijven die het in 2 keer uitbetalen (een interimdividend en een slotdividend.) Amerikaanse bedrijven keren het dividend per trimester uit en daar noemt men het kwartaaldividend. Het dividend wordt goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Dividendrendement
Het rendement dat een aandeel behaalt. Men bekomt het rendement door het dividend te delen door de beurskoers.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen van een onderneming wordt weergegeven op de passiefzijde van de balans. Het eigen vermogen bestaat uit het aandelenkapitaal en de reserves. Het eigen vermogen vormt een waarborg voor de schuldeisers.
Emissie
De uitgifte van nieuwe aandelen of obligaties. Wanneer een onderneming een emissie wil doen, worden de voorwaarden besproken met een consortium van banken en wordt er een prospectus uitgegeven waarin het doel van de emissie, de voorwaarden en de toekomstverwachtingen worden besproken en waar men alle financiële gegevens in terugvindt.
Emissiekoers
De prijs die de inschrijvers moeten betalen voor de nieuwe aandelen of obligaties. De emissiekoers wordt bepaald door de onderneming en heel wat factoren spelen hierbij een rol.
Emissiemarkt
Hier worden de nieuwe aandelen of obligaties verhandeld. Op de secundaire markt worden reeds bestaande aandelen verhandeld.
Emissie met voorkeursrecht
Een emissie die voorbehouden is aan bestaande aandeelhouders.
Emittent
De onderneming of overheid die nieuwe aandelen of obligaties uitgeeft.
Ex-claim
Bij de uitgifte van nieuwe aandelen hebben bestaande aandeelhouders een voorkeursrecht. In ruil voor een claim kunnen ze inschrijven op nieuwe aandelen. Wanneer een aandeel verhandeld wordt zonder deze claim, wordt de waarde van de claim niet opgenomen in de beurskoers. Men spreekt dan van “ex-claim”.
Ex-dividend
De waarde van een aandeel na de uitbetaling van een dividend.
Exercise
Wanneer de koper van een optie beslist om zijn recht uit te oefenen, spreekt men van exercise (uitoefening). De koper van een calloptie ontvangt de onderliggende waarde, die geleverd wordt door de houder van de putoptie.
Expiratiedatum
Datum waarop een optie vervalt
Expireren
Het niet-uitoefenen van een optie. De optie vervalt en wordt waardeloos. De koper beperkt zijn verlies dus tot de aankoopprijs van de optie.
FED
Het Federal Reserve System verzorgt het monetair beleid in de Verenigde Staten. Het is de Amerikaanse centrale bank.
Gelimiteerd order
Wanneer je koopt, kan je een maximum aankoopprijs doorgeven. Wanneer je verkoopt geef je een minimum verkoopprijs door.
Giraal geld
Geld dat beschikbaar is op een (bank)rekening.
Geen beleggingstermen die beginnen met deze letter.Bent u een term tegengekomen die met deze letter begint, mail ons even.
Indicatieve koers
Een aandeel of obligatie krijgt de vermelding “indicatieve koers” wanneer het voor het eerst wordt opgenomen of wanneer er lange tijd geen handel in geweest is.
Inflatie
De aanhoudende prijsstijging van consumptieprijzen.
Inschrijvingsdatum
De datum waarop de inschrijving begint bij de uitgifte van nieuwe aandelen of obligaties.
Interimdividend
Sommige bedrijven keren tijdens het jaar een (gedeelte van het) dividend uit. Dit noemt men het interimdividend. Op het einde van het jaar, wanneer het volledige dividend bekend is, wordt de rest (het slotdividend) uitgekeerd.
Intrinsieke waarde
De intrinsieke waarde is de totale waarde, wanneer men alle activa zou verkopen. Dit bedrag kan men niet 100% nauwkeurig bepalen, maar wordt geschat.
Jaarverslag
Eens per jaar bezorgt de onderneming de aandeelhouder een verslag over het voorbije jaar. Het bevat de balans, een winst- en verliesrekening en een begeleidende tekst waarin alles wordt uitgelegd.
Kapitaalmarkt
Hier gebeuren de transacties op lange en middellange termijn.
Kapitaalobligaties
Obligaties die gelijkgesteld zijn met het eigen vermogen. Wanneer de onderneming in de problemen komt, wordt zowel het eigen vermogen als het kapitaal van deze obligaties gebruikt om de schuldeisers te betalen.
Kapitaalverhoging
Iedere onderneming heeft een bepaald kapitaal. Men kan ervoor kiezen om dit kapitaal te verhogen door uitgifte van nieuwe aandelen. Wanneer dit gebeurt, spreekt men van een kapitaalverhoging.
Keuzedividend
Wanneer een bedrijf een keuzedividend uitkeert, heeft de aandeelhouder de keuze tussen een contant dividend of een dividend in aandelen.
Koers/cashflow
Deze verhouding (in het engels Price/cashearning-ratio of PCE) geeft aan hoeveel keer men bij de aankoop van een aandeel de cashflow per aandeel moet betalen.
Koersgevoeligheid
De koersgevoeligheid komt tot uiting in het koersgedrag van een aandeel. Koersgevoelige aandelen zullen sterker stijgen wanneer de beurs stijgt, maar zullen ook sterker dalen als de tendens op de beurs dalend is.
Koerswinst
De meerwaarde die een belegger opstrijkt wanneer hij aandelen tegen een hogere prijs verkoopt dan de prijs waarvoor hij ze heeft aangekocht.
Koers/winst verhouding
Deze ratio (in het engels price/earning-ratio P/E) verkrijgt men door de koers van een aandeel te delen door de winst per aandeel. De ratio geeft aan hoeveel keer men de winst moet betalen bij een bepaalde koers.
Kwaliteitsaandeel
Aandelen van bedrijven met goede groeicijfers, een stabiele balans en degelijk management noemt men ook wel kwaliteitsaandelen. Voorbeelden zijn Colruyt, Gillette,…
Limiteren
Een aandeel kopen tegen een maximale koers of verkopen tegen een minimumbedrag.
Liquidatie
Wanneer een bedrijf de schulden niet meer kan betalen, wordt overgegaan tot liquidatie. Alle bezittingen worden verkocht en het bedrijf houdt op te bestaan. Met de opbrengst van de verkoop worden de schulden afgelost en de obligaties terugbetaald. Blijft er dan nog iets over, wordt dit verdeeld over de aandeelhouders.
Liquiditeit
De liquiditeit geeft aan of een bedrijf haar korte termijn schulden kan terugbetalen. Door van de vlottende activa de vlottende passiva af te trekken, verkrijgt men het werkkapitaal (hoeveel er nog rest na terugbetaling van de schulden op korte termijn.) Een tweede manier is om de current ratio te berekenen.
Margin
Het is mogelijk effecten te kopen op krediet, maar dan zal de koper een percentage op voorhand dienen te betalen. Dit is de margin. Ook wanneer men opties koopt, moet men een margin betalen. Dit bedrag wordt gedeponeerd, zodat de tegenpartij zeker is van het geld als de optie uitgeoefend wordt.
Nettowinst
De totale winst die een bedrijf maakt, nadat personeelskosten, intresten, belastingen, afschrijvingen en andere onkosten betaald zijn. De nettowinst kan men uitkeren aan de aandeelhouders of kan als reserve voor de toekomst gebruikt worden.
Nettowinstmarge
De nettowinstmarge geeft aan welke percentage van de omzet overblijft als winst. Wanneer men de nettowinst deelt door de omzet, verkrijgt men de nettowinstmarge, deze geeft aan hoe rendabel een bedrijf is.Nominale waarde
De boekwaarde die de uitgever van aandelen of obligaties toekent aan de effecten.
Obligatie
Een soort lening aan een bedrijf. In ruil hiervoor ontvangt men een jaarlijkse rente en op het einde van de looptijd krijgt men de totale som terug.
Onderhandse plaatsing
De effecten worden niet op de beurs geplaatst, maar rechtstreeks bij de belegger. Meestal gebeurt dit onder de beurskoers en het kan zowel met nieuwe als met bestaande aandelen. Wordt meer gedaan bij obligaties dan bij aandelen.
Onderliggende waarde
De onderliggende waarde is de waarde van de goederen waarop een optie betrekking heeft. Dit kunnen aandelen, obligaties, valuta, grondstoffen,… zijn.
Ongedekt schrijven
Wie een optie ongedekt schrijft, doet dit zonder dat hij de onderliggende waarde of liquiditeiten om deze onderliggende waarde te kopen, bezit. Men is verplicht om een margin te deponeren.
Pari
Obligaties worden uitgegeven a pari, onder of boven pari. Bij een emissie a pari wordt de volledige prijs betaald, terwijl bij een emissie onder pari bijvoorbeeld slechts 95% betaald moet worden. De notering van de obligaties gebeurt in procenten van de nominale waarde.
Passiva
Alle schulden van een onderneming
Pay-out ratio
De pay-out ratio geeft aan welk percentage van de nettowinst als dividend wordt uitgekeerd. Met bekomt deze ratio door de uitgekeerde nettowinst te delen door de totale nettowinst. De pay-out ratio kan groter dan 100% zijn, in dit geval keert de onderneming meer dividend uit dan er winst is gemaakt (bijvoorbeeld afkomstig van reserves uit het verleden.)
Preferente aandelen
Aandelen die bevoordeeld zijn ten opzichte van gewone aandelen. Dit kan zijn omdat deze aandelen recht geven op meer dividend, of dat de uitkering bij liquidatie groter is.
Primaire martk
Markt waar nieuwe effecten worden verhandeld.
Prospectus
Een prospectus wordt uitgegeven bij de uitgifte van aandelen of obligaties. Het is een soort uitnodiging om deel te nemen aan de uitgifte en dus deze effecten aan te schaffen. In een prospectus vindt men informatie over de emissie zoals doel, bedrag en inschrijvingsdatum en over de onderneming, zoals de financiële en economische positie. Ook wordt er ook een toekomstprognose gemaakt, zodat mogelijke beleggers meer inzicht krijgen in de onderneming.
Putoptie
Het recht om onderliggende waarden te verkopen.
Geen beleggingstermen die beginnen met deze letter.Bent u een term tegengekomen die met deze letter begint, mail ons even.
Rating
Aandelen en obligaties worden gerangschikt op basis van kwaliteit. Deze rating heeft betrekking op standing van de maatschappij, maar kan ook een beursadvies inhouden.
Rendement
Het rendement van een investering in de totale opbrengst, uitgedrukt in een percentage van het geïnvesteerde bedrag. Met bekomt het rendement door de opbrengst te delen door het geïnvesteerde kapitaal.
Rendabiliteit
De rendabiliteit is de verhouding van de nettowinst ten opzichte van het eigen vermogen. Deze ratio laat toe om verschillende bedrijven te vergelijken.
Risk/reward ratio
De verhouding van de mogelijke winst tot het mogelijke verlies.
Ruilorder
Een belegger kan een ruilorder geven, wanneer hij zowel een aandeel wil kopen als verkopen.
S
Samoerai obligaties
Leningen die op de Japanse markt worden gebracht door buitenlandse bedrijven.
Schatkistcertificaten
Obligaties door de staat uitgegeven, met een korte looptijd. De inschrijvingen zijn gereserveerd aan een aantal banken en instellingen.
Scrips
Inschrijvingsrechten op aandelen, die niet uitgeoefend zijn. Deze worden op de beurs verhandeld.
Secundaire markt
Op de secundaire markt worden bestaande effecten verhandeld.
Shorten
Aandelen of andere effecten verkopen (zonder ze te bezitten), om ze later goedkoper te kunnen kopen. De winst bedraagt dus het verschil in aankoop- en verkoopprijs.
Slotdividend
Sommige ondernemingen keren een interimdividend uit in de loop van het jaar. Wanneer het boekjaar afgesloten wordt en de Algemene Vergadering keurt het dividend goed, weet men hoeveel het totale dividend bedraagt. Het bedrijf keert nu een slotdividend uit, wat gelijk is aan het totale dividend verminderd met het interimdividend.
Slotkoers
De laatste koers waartegen effecten verhandeld worden tijdens een beursdag.
Solvabiliteit
De solvabiliteit van een onderneming drukt uit of het bedrijf in staat is de schulden terug te betalen, zonder het voortbestaan in gevaar te brengen. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het vreemd vermogen. De nettocashflow speelt hierin ook een rol: hoe meer cashflow een bedrijf genereert, zoveel te gemakkelijker ze haar schulden kan aflossen.
Speculeren
Bij speculeren gokt men op de koersverschillen op zeer korte termijn. Beleggers die speculeren (traders) nemen meer risico en hebben niet zozeer oog voor de economische aspecten, maar rekenen op het sentiment van de beurs.
Split
Bedrijven splitsen soms de aandelen, waardoor de koers lager is en er meer aandelen in omloop zijn. Hierdoor worden de aandelen beter verhandelbaar en kan een groter publiek bereikt worden. Bij een split deelt men bijvoorbeeld een aandeel in 10, waardoor er 10 maal zoveel aandelen zijn, en de koers ook 10 maal lager gaat. Een absolute tegenstander van een split is Warren Buffett, de superbelegger die zich tot 2e rijkste man ter wereld wist te kronen door het beleggen in aandelen. Waarom hij resoluut tegen een split is, kan je hier nalezen.
Staffellening
Soort obligatie waarvan de rente tijdens de looptijd verandert.
Stemrecht
Iedere aandeelhouder heeft een stemrecht tijdens de Algemene Vergadering. Ieder aandeel geeft normaal recht op 1 stem. Certificaten van aandelen bezitten geen stemrecht, enkel wanneer ze omwisselbaar zijn in aandelen hebben ze stemrecht.
Sterfhuisconstructie
Ondernemingen in moeilijkheden zonderen de winstgevende afdelingen af, zodat deze niet mee ten onder gaan.
Stoploss order
Een stoploss order stopt het verlies (loss). Het betreft een order dat gegeven wordt en dat in werking treedt op het moment een effect onder een bepaalde prijs zakt. Op dat moment wordt het order uitgevoerd en worden je effecten verkocht. Op die manier kan het verlies beperkt worden.
Tantième
De deel van de nettowinst van een bedrijf wordt uitgekeerd als dividend, een ander deel wordt gereserveerd en een deel wordt uitgekeerd aan de bestuurders. Het deel van de nettowinst dat aan de bestuurders wordt uitgekeerd, noemt men tantième.
Toonder
De meeste effecten zijn aan toonder. Dit betekent dat wie deze in zijn bezit heeft, als eigenaar wordt aanzien. Er bestaan effecten op naam, maar deze komen niet veel voor.
Geen beleggingstermen die beginnen met deze letter.Bent u een term tegengekomen die met deze letter begint, mail ons even.
Valutaoptie
Een optie waarbij de onderliggende waarde een bepaald geldbedrag vertegenwoordigt. De koper van de optie heeft het recht om gedurende een bepaalde periode een hoeveelheid vreemde munten te kopen, tegen een vooraf vastgestelde prijs.
Vreemd vermogen
Het totaal van de schulden van een onderneming.
Vlottende activa of passiva
Vlottende middelen worden gebruikt in de exploitatie van een bedrijf. Ze worden gebruikt op korte termijn . Vlottende passiva zijn bijvoorbeeld schulden op korte termijn (minder dan 1 jaar).
Warrant
Een recht om gedurende een bepaalde periode en tegen een vooraf bepaalde prijs, aandelen te kopen van het bedrijf dat de warrant heeft uitgegeven. Meestal geeft de warrant recht op nieuwe aandelen. Wanneer het bestaande aandelen betreft, spreekt men van een covered warrant. Warrants zijn verhandelbaar op de beurs.
Werkkapitaal
Vlottende activa van een onderneming, verminderd met de vlottende passiva.
Wisselmarkt
Valutamarkt waarop buitenlandse munten verhandeld worden.
Geen beleggingstermen die beginnen met deze letter.Bent u een term tegengekomen die met deze letter begint, mail ons even.
Geen beleggingstermen die beginnen met deze letter.Bent u een term tegengekomen die met deze letter begint, mail ons even.
Zero-bonds
Obligaties die geen recht geven op een jaarlijkse rente, maar die wel ver onder de nominale waarde worden uitgegeven. Op deze obligaties ontvangt men dus geen jaarlijkse rente, maar als het bedrijf de verwachtingen kan inlossen, wordt op het eind van de looptijd de nominale waarde uitbetaald. Het verschil in aankoopprijs en de nominale waarde maakt dus de winst voor de belegger.