Close

Schrijven (verkopen) van opties

Bij heet sluiten van een optiecontract zijn er altijd twee partijen betrokken. Aan de ene kant iemand die een optie koopt, en aan de andere kant iemand die een optie ‘verkoopt’ ofwel ‘schrijft’. De schrijver van de van de optie gaat verplichtingen aan. Voor deze verplichtingen krijgt hij een vergoeding. De premie die de koper voor de optie betaald is de vergoeding voor de verkoper (exclusief transactiekosten). Het schrijven van opties gaat middels een ‘open sell’. Je opent jouw optiepositie met een verkoop.
De verkoper doet een zogeheten openingsverkoop (‘open sell’), die hij kan teniet doen door een sluitingsaankoop (‘close buy’). lees ook introductie opties.

Wanneer je een optie schrijft beperk je de winstmogelijkheden. De maximale winst is de ontvangen premie, en het maximale verlies kan oneindig zijn.
Eerst zal even kort het verschil tussen het schrijven van een call en put worden toegelicht. Daarna kijken we naar de mogelijkheden van het ‘gedekt schrijven’.

Put schrijven

Wanneer een schrijver een putoptie verkoopt dan verplicht deze zich om de onderliggende waarde af te nemen tegen de uitoefenprijs. Schrijvers van putopties verwachten een stijgende beurs, immers zij zijn verplicht om tegen een vastgestelde prijs te kopen. Indien de prijs van de onderliggende waarde (bijvoorbeeld aandelen) op de markt hoger is dan de uitoefenprijs dan zal de optie op de afloopdatum waardeloos aflopen.

Call schrijven

Schrijvers van callopties verplicht zich om de onderliggende waarde te leveren tegen de uitoefenprijs. Schrijvers van callopties verwachten een dalende beurs, immers zij zijn verplicht te verkopen. Als de marktwaarde lager is dan de uitoefenprijs op het moment van aflopen dan is de optie waardeloos en hoef je niets te verkopen. Natuurlijk, want niemand wil meer voor die aandelen betalen dan de koers op de beurs van dat moment.

Gedekt – en ongedekt schrijven

Wanneer er sprake is van gedekt schrijven dan heb je jouw risico volledig ingedekt. Bij callopties betekend dit dat je per geschreven optie ook daadwerkelijk die 100 aandelen bezit. Immers door het schrijven van een call ga je een leveringsplicht aan.

Gedekt schrijven bij puts heb je eigenlijk niet omdat het hier een koopverplichting betreft. Je kunt misschien het best spreken over gedekt schrijven wanneer je financiele middelen om jouw koopverlichting na te komen ergens beschikbaar hebt (gewoon contant in de beleggersrekening)

Waarom zou je opties schrijven?

Het risico en de winstmogelijkheden van het schrijven van opties staat loodrecht tegenover de risico’s en winstmogelijkheden van het kopen van opties. Waarom zou je dan toch gaan schrijven?

Hieronder zal ik aan de hand van twee voorbeelden duidelijk maken waarom het schrijven van respectievelijk een calloptie en een putoptie aantrekkelijk kan zijn.

Praktisch voorbeeld van het schrijven van callopties

Stel: Je bezit 500 aandelen ASML. Vanwege het uitblijven van een rendement wil je daar graag iets meer mee doen. Je kan ze natuurlijk verkopen maar een tweede mogelijkheid is het gedekt schrijven van 5 callopties (500 / 100 = 5). Je gaat hiermee de plicht aan om (bij aanwijzing) 500 aandelen tegen de uitoefenprijs van de optie te verkopen en ontvangt een premie. In het geval van levering dan kan je de 500 aandelen gewoon inleveren tegen de uitoefenprijs van de optie.

Een rekenvoorbeeld: De koers van het aandeel ASML is op dit 1 januari €10,- De waarde van de aandelen is dus (500 x 10 = ) €5000,-.
Nu, stel dat je 5 callopties verkoopt met een uitoefenprijs van €12,- en een looptijd van 6 maanden. De ontvangen premie per optie is €0,90 wat een totaal ontvangen bedrag van: 5 x €0,90 x 100 = €450,- maakt.

De resultaten zijn als volgt: Als de koers tussen de €10 en de €12 blijft heb je door de opties een rendement van (€450 / 500 x 100%) 9% in een half jaar. En de mogelijke maximale 20% op de aandelen koers.

Staat de koers na 6 maanden boven de €12,- dan is de kans groot dat jij moet leveren. Jouw winst is dan altijd, hoe hoog de koers van het aandeel ook is: (500 x 2) €1000 + €450 = €1450.

Als de koers na 6 maanden lager dan €12 is dan loopt de optie waardeloos af. De koers mag €0,90 dalen voordat verlies gaat maken. Jij bent dus voor 9% naar beneden ingedekt. Echter als de koers onder €9,10 zakt maak je op jouw hele combinatie ook verlies.

Praktisch voorbeeld van het schrijven van putopties

Stel: Je bezit de 500 aandelen ASML niet maar wilt ze wel graag hebben. Echter de huidige koers van €10 is in jouw ogen nog een beetje hoog. Je kan nu 5 putopties schrijven. Je wordt dan verplicht bij aanwijzing 500 aandelen te kopen, maar dat was je toch al van plan. Alleen nu heb je ze voor minder dan die €10 gekocht.

Een rekenvoorbeeld: De koers van het aandeel ASML is op 1 januari weer €10,- Dit keer schrijf je een put (je biedt dus een putoptie aan op de markt middels een open sell) met een looptijd van 2 maanden en een uitoefenprijs van €10 en ontvangt daar €0,80 per optie voor. In totaal is dat dus (€0,80 x 100 x 5 = ) €400,-. Dat is al een mooi bedrag en je hebt nog niets moeten aankopen.

De resultaten zijn als volgt: bij een stijgende koers (tot boven de €10,- dan mag je de €400,- in je zak houden maar heb je geen aandelen.

Bij een gelijkblijvende of dalende koers dan wordt je (misschien) aangewezen worden de aandelen te kopen. In dat geval moet je ze kopen voor €10,- (de uitoefenprijs) maar je hebt al €400,- (€0,8 per aandeel) ontvangen dus betaald uiteindelijk slechts €9,20 voor de aandelen.

Terug kopen

Natuurlijk hoef je niet hulpeloos toe te kijken tot het einde van de looptijd. Je kan opties tussentijds altijd terug kopen (voor de op dat moment geldende ‘laatprijs’)

Doorrollen

Een andere populaire methode is het zogenaamde doorrollen. Hiermee koop jij opties terug, maar schrijft direct weer nieuwe. Je bij een dergelijke order een bedrag ontvangen (agio) of een bedrag moeten betalen (disagio).